De twaalfde dag
Gisteravond even het dorpje verkend waar ik een hotel geboekt had. Het was er echt prachtig. Ik had een geluk dat er volop muziek klonk vanuit een biergarten, en het dorpsplein vol stond met terrasjes waar je kon eten en drinken.
De temperatuur was perfect, en ik heb me tegoed gedaan aan een pizza calzone, en een Radler.
Daarna nog een klein stukje gelopen, en toen mijn hotel opgezocht.
Ondanks dat de matras aan de zachte kant was, heb ik toch lekker geslapen.
Het ontbijtbuffet was karig. De kaas was al op, jus de orange hadden we niet, en van aanvullen was geen sprake.
Ik had het geluk nog net het laatste eitje en laatste croissant te hebben, maar de gasten na mij hadden niet meer dan een duits broodje, vleeswaar en zoetigheid.
Nou ja, het was maar voor één nacht.
Zoals gewoonlijk zat ik weer rond 9 uur op de scooter voor een rit van 195 km.
Sluierbewolking, waar de zon gemakkelijk doorheen kwam, en een heerlijke temperatuur.
Op naar de volgende overnachting, in Randersacker, in de buurt van Wurzburg.
De rit ging via de Wolfsberg naar Gundling. Een stijgingspercentage van 11 %.
Omhoog gaat dan wat moeizaam, maar het was een mooie weg, met aan de zijkant een steile bergwand, die volstond met dennenbomen.
Zoals ik er tegen aankeek leken het wel lange lucifers.
De volgende plaats waar ik doorheen kwam was Dietfurt, om verder door te gaan naar Berching. Onderweg in Kevenhuhl nog even een fotootje gemaakt van een leuk wit kerkje.
Als ik 10 euro kreeg voor ieder kerkje wat ik heb gezien, hoefde ik waarschijnlijk nooit meer te werken.
Berching is een prachtig plaatsje, met mooie stadsmuren. De eerste resten van de aanwezigheid van de mens daar stammen al uit 5000 jaar voor Chr.
De stadsmuur telt 4 toegangspoorten en 13 torens.
Zoals ik vandaag zou ervaren zijn er vele plaatsen, die ommuurd zijn. Het is een geweldig gezicht om hier rond te lopen,
Eigenlijk doen de foto’s geen eer aan het mooie karakter van dit plaatsje. Ik had nog wel 100 foto’s kunnen maken, omdat je steeds weer aangetrokken wordt door anders details.
Ik ga verder richting Freystadt en besluit op het dorpsplein even mezelf tegoed te doen aan een kopje koffie en een aardbeiengebakje. Ik neem die gebakjes ieder keer omdat ik toch aan mijn dagelijkse portie fruit moet komen. En dan doe ik zoetjes in de koffie, omdat ik niet te dik wil worden.
Deze formule werkt nog niet ideaal, moet ik zeggen. Net als bij een scooter, blijven uitproberen en afstellen om tot de beste resultaten te komen.
Onze tocht leidt ons door Allersberg, een pittoresk stadje, ook weer gebouwd op dezelfde typisch Duitse wijze, met toegangspoorten en een plein in de dorpskern.
Mijn route loopt via Neurenberg, een grote oude stad, die erg getroffen is in de tweede wereldoorlog, en die erg bekend geworden is, omdat hier de neurenbergprocessen zijn gehouden, waar de geallieerden de verantwoordelijke nazi’s ter verantwoording hebben geroepen.
Velen hebben toen de doodstraf gekregen.
Hetgeen wel gespaard is gebleven van het oorlogsgeweld, is schitterend om te zien.
Het lukte me helaas niet om te stoppen en overal foto’s van te maken, omdat het verkeer erg druk was, en er plotseling iets moois opduikt, en je dan niet zomaar kunt stoppen.
Een passagier is op zo’n moment wel handig.
Ik heb ook nog maar even gauw getankt in Neurenberg, zodat ik er weer tegen kan voor vandaag.
Zuid Duitsland is echt een geweldig gebied om in te rijden, en het is zo jammer dat ik dat niet goed in beeld kan brengen.
De natuur is zó mooi. Hele grote akkers vol met koren, afgewisseld met bossen, velden vol zonnebloemen, en dan weer dorpjes, soms niet groter dan een paar boerderijen.
En natuurlijk een kerkje.
Verder richting Emskirchen. Het valt op dat alle wegen van zo’n goede kwaliteit zijn. Prima onderhouden, zelfs de afgelegen wegen die ik zo nu en dan passeer.
Even verlaat ik weer de doorgaande route, want ik wil een bezoek brengen aan Iphofen. Rechts van de weg (de B8) ligt dit prachtige vestingsstadje, met een bewaard gebleven “altstadt” , terwijl links van deze weg twee gigantische complexen (lees, fabrieken) staan van Knauf, de gipsfabrikant.
Historie en vooruitgang gaan hier gemakkelijker hand in hand dan in Nederland.
Ik kom het stadje binnen via de Mainbernhaimer tor, een toren uit 1422, en voorzien van een torenwachtersruimte. Het is een zogenaamde dubbele poort, een voorpoort en een hoofdpoort.
Binnen de muren ademt alles nog de oude tijd. Dit is werkelijk een prachtig open luchtmuseum.
En zo zijn er nog veel meer stadjes, want een paar kilometer verder kom ik alweer langs het volgende vestingsstadje, namelijk Mainbernheim.
Zo rijdend tussen de vele wijngaarden, kom ik bij mijn hotel in Randersacker.
Op een of andere manier lijkt het wel of ik erop selecteer, maar ook dit hotel heeft vandaag ruhetag. Dus, eten en drinken weer ergens anders.
Dat stukje lopen is wel goed voor me. Even de spieren bewegen.
Het einde van mijn vakantiereis nadert.
Het landschap zal wel vlakker gaan worden, maar er blijft altijd nog iets moois te zien. Hopelijk kan ik dat morgen weer vinden.
Tot morgen