De veertiende dag.
Gisteren was ik later in mijn hotel dan gepland, mede door het tijdverlies in Russelheim.
En toen ik probeerde om mijn verslag online te zetten, ging er ook iets fout en moest ik opnieuw beginnen. Het uploaden van de foto’s is een tijdrovende klus.
Normaal maak ik het verslag vóór dat ik ga eten.
Gisteren heb ik het gedeeltijk tijdens het eten gemaakt, en later afgemaakt.
Maar goed, ik heb wel lekker gegeten. Het hotel werd gerund door een paar dames van mijn leeftijd. (dat klinkt veel beter als oudere dames, en het is hetzelfde).
Ze hadden de maaltijd goed verzorgd.
Ook de kamer voldeed goed, al moet ik zeggen dat de gipsplaat wanden tussen de kamers, niet erg geluiddicht zijn. Ik hoorde mijn buurman of buurvrouw snurken.
Voor degene die het bed deelt is dit natuurlijk veel beroerder.
Eerlijk is eerlijk, ik heb lekker geslapen.
Na ontbijt en opbinden van de bagage mocht ik er weer tegenaan. Dit zou de langste rit zijn van de reis, namelijk 243 km. Het eindpunt voor deze dag is Wassenberg.
Nog wel in Duitsland, maar het ligt vlakbij de Nederlandse grens.
Het begon al meteen met klimmen, al was het maar een klein stukje. Toen ik uit het dorpje kwam, en de top van de berg bereikt had , werd ik verwend met een mooi vergezicht over alle bergen in de nabijheid.
Zo s-morgens vroeg is het heel rustig op die wegen, en dan geniet je nog veel meer. Het eerste dorp waar ik doorheen reed, was Muhlpfad.
Dat doet mij denken aan een weg naar een vuilnisbelt, maar niets is minder waar. Alles zag er keurig verzorgd uit.
De weg leidde naar Im Oberdorf.
Dit stuk ging met een behoorlijke daling, met de nodige haarspeldbochten. Gelukkig kan je op je navigatie al zien wat voor een bocht er komt, en kun je dus tijdig snelheid minderen. En wat ik omlaag ging, moest ik ook weer omhoog kruipen,
Onderweg kwam ik een stukje nostalgie tegen. De ouderen onder ons herkennen het meteen, maar voor de jongeren even een toelichting.
Dit is het overblijfsel van een telefooncel. Vóór de tijd van de mobiele telefoon een gemakkelijk ding, met een telefoon er in, zodat je, tegen betaling kon bellen.
Als hij niet gesloopt was, wat ook vaak voorkwam.
Als je zo op het plateau ven de bergen rijdt, en je kijkt om je heen, dan valt wel op dat het aardig gevuld is met windmolens. Ik vind het wel afbreuk doen aan het landschap.
Verder rijdend komen we door Sabershausen, waar ik maar eens een keer een foto van de kerk zal nemen.
En dan komt er een afdaling. Er lijkt geen eind aan te komen. Nu pas realiseer ik me hoe hoog ik eigenlijk nog zit.
Halverwege zie ik een mogelijkheid om te stoppen, en via een heel klein bospaadje naar een open plek te gaan.
Onder mij ontvouwt zich een panorama. Ik kijk op het plaatsje Treis, wat aan de Moezel ligt.
Het is werkelijk een schilderij zo mooi. De rivier, de huizen, de bossen en een burcht.
Een heel goed begin van deze dag
Vanaf hier volgen we de loop van de Moezel. We passeren plaatsen met namen als Pommern en Klotten. Jawel, Klotten schrijf met 2 T's .
We naderen het hoogtepunt van deze dag, en komen uit in Cochem. Een toeristische trekpleister van jewelste.
Maar het heeft ook wel wat moois te bieden.
Het meest in het oog springend natuurlijk de Rijksburcht, die ruim 100 meter boven de stad uitsteeks, en oorspronkelijk was gebouwd als tolburcht.
De bouw is waarschijnlijk van rond 1100, waarna deze na de verwoesting in 1689 door de Fransen, is herbouwd in de Neogotische stijl.
Verder zoveel prachtige gebouwen en details, ik raad iedereen aan om het eens te bezoeken. Zelfs met de trein goed bereikbaar.
Ik maak ook van de gelegenheid gebruik om een koffiepauze in te lassen. Helaas was er nog geen fruitgebak beschikbaar, dus alleen koffie met een koekje.
Het afbouwen is al begonnen.
De navigatie stuurt me dan via een klein weggetje naar boven in Cochem, en ik merk dat de scooter het niet echt prettig heeft, en hard moet werken. Ook hier halverwege even gestopt en een paar foto’s gemaakt.
Daar hoef ik niets meer aan toe te voegen.
De berg verder omhoog rijdend vervolgen we ons pad, en ik bemerk dat ik al bijna 3 uur er over gedaan heb om dit punt te bereiken.
Door het vaak stoppen om foto’s te maken, en in een voicerecorder in te spreken wat ik tegenkom, kon het wel eens erg laat worden.
Ik besluit iets meer snelheid te maken, en iets minder te stoppen.
Boven op de bergen is niet alleen voor de boeren een mooi stuk land beschikbaar, maar ook voor de luchtmacht. In het plaatsje Buchel is een heuse luchtmachtbasis gevestigd, aan het oog onttrokken doordat de weg erom heen iets lager ligt.
Op het moment dat ik langs kwam, daalde er net een straaljager.
Imposant om er een zo laag aan te zien komen, maar wel een herrie als hij dan zo laag over je heen komt.
Op de bordjes is al een paar keer Nurnbergring aangegeven. We rijden al een tijdje op de B 257, echt een prachtige weg, vol met bochten, en vanaf Buchel komend, met veel afdalingen.
Een weg die ook zeer geliefd is bij motorrijders, zoals ook opvalt als ik door Adenau rijd, waar een twintigtal motorrijders zich tegoed doet bij de plaatselijke Imbiss.
Sinds het honende gelach, en de zielige blik, die ik van motorrijders kreeg bij de Konigssee, besluit ik maar door te rijden.
Van Adenau rijden we grotendeels door een dal.
In Dumpfelfeld verlaten we de B 257, en slaan linksaf.
We komen door een dorpje met de naam Schuld, gelegen in het Ahrdal. Hoe deze naam is ontstaan heb ik niet uit kunnen vogelen.
Vanaf hier naar de grotere plaats Bad Munstereifel.
Echt een mooie rustige weg, en onder het genot van de muziek op mijn headset ben ik helemaal in mijn nopjes.
Alleen werd ik vreemd aangekeken bij een verkeerslicht, door een fietser, omdat ik mee zat te zingen, en dat zelf even niet in de gaten had.
Ondertussen trekt achter mij de lucht aardig dicht, en lijken er fikse onweerswolken te ontstaan. Ik hoop dat ik dit voor kan blijven, want in de richting die ik rijdt ziet het er beter uit.
Ik kom door Esch. Dat roept herinneringen op, want een voorstadje van Salzburg heet ook zo. Bijna een week verder nu. Toch genoten van die grote stad.
En dan hou ik de snelheid erin, en nader snel het einde van mijn route.
Bij Hottorf kijk ik nog even om en zie de laatste heuvel liggen. Voor me is alles vlak.
De bergen zijn weg. Tenminste, voor mij. Dus is ook mijn reis bijna voorbij.
Ik rijd Hottorf in, en stop even om nog wat info te verzamelen. Hottorf heeft meerdere namen gekend. Het komt eigenlijk van Holzdorf, een dorp in een bos.
De eerste beschrijving die er over dit dorp te vinden is, gaat over de bouw van een kapel in 1340.
Verder vind ik het enorm lijken op plaatsjes in Limburg. De bouwstijl en bouwmaterialen zijn identiek. Niet verwonderlijk, want we zitten niet ver meer van de grens.
Voor vandaag zit het er bijna op. Ik stop nog een keer om een foto te maken van de windmolens, en denk er dan bij, dat die dingen sneller groeien dan bomen. Wellicht noodzaak, maar ik vind ze spuuglelijk.
Hopelijk zie ik morgen nog iets moois, ter afsluiting van deze trip.
Ik ga een hapje doen, en me voorbereiden voor de laatste dag.
Tot morgen