De dertiende dag.
Gisteren natuurlijk weer niet in mijn hotel kunnen eten.
Dus op aanraden van de hotelier naar een ander gasthof. Volgens hem was het daar perfect eten.
Na even zoeken in het dorpje had ik het dan toch gevonden.
De ingang kon je bereiken via de tuin, en dan een trap buiten op, om op het terras te komen. In eerste instantie kwam ik niet verder dan de trap, want het terras zat bomvol, en voor mij stonden nóg twee dames die graag wilde eten, en net als ik, géén reservering hadden.
Gezien deze belangstelling moest het daar wel de moeite zijn. Uiteindelijk kon ik een plekje binnen krijgen, niet op het terras.
Nederig en dankbaar dat ik daar mocht eten heb ik dat natuurlijk aanvaard.
Ik ben, zoals iedere dag eigenlijk, begonnen met een Radler, en heb daarna gekozen voor rundvlees, met gekookte peterselie-aardappelen, en compleet gemaakt met een speciaal bereidde groente.
Het restaurant binnen was kaal en voorzien van goedkoop meubilair , en deed me denken aan de keukenstoelen die je vroeger overal zag in boerencafe's.
Zegt natuurlijk niks over het eten.
Om kort te zijn, het vlees was voorzien van het nodige vet, de aardappelen hadden geen zout gezien, en de groente was een soort dikke soep van savooie kool gemixt met sla en nog iets wat ik niet ken.
Niet te vre………n.
Later, toen het al aardig donker was, nog maar even gaan wandelen.
Altijd goed om lekker te slapen.
Het ontbijt was gewoon goed. Compleet en vers.
Vanochtend nog even wat foto’s geknipt in het dorpje, en toen klaar voor vertrek. In de schemering leek het dorpje zo op de ansichtkaarten van Anton Pieck, dus dat wilde ik wel vastleggen.
Bij daglicht zie je er niet veel van terug. Het dorp is totaal niet vlak, maar alle straatjes hebben wel een helling. Dit was ook de eerste keer dat ik de scooter de laatste meters moest duwen.
Maar ja, 22 %, wat wil je.
De eerste plaats die ik bereikte, nadat ik heerlijk op mijn gemak door het open land had gereden, was Wurzburg.
Wat meteen in het oog springt is de prachtige burcht, genaamd Marienberg,en de grote rivier de Main.
Wurzburg is de stad waar Wilhelm Röntgen de röntgenstraling heeft ontdekt, en nog steeds is Wurzburg een vooraanstaande universiteitsstad.
Vanaf Wurzburg gaan we via de Romantische Strasse, richting Oettingen, en Erlenbach.
Overal kom je de typische duitse vakwerkhuizen tegen.
De route loopt enigszins parallel aan de autosnelweg, met dit verschil dat onze route geheel door de bossen gaat, en toevallig een keer de snelweg kruist.
Zoals ik wel vaker doe, ga ik even een dorpje bekijken wat aan de route ligt, dit keer Oberwessenbach.
Ik kom uit bij de Stephaniskerk, die tussen 1901 en 1905 gebouwd is.
Dit dorp, met zijn daarbij behorende parochie maakte deel uit, of was in ieder geval nauw verweven met het klooster St. Peter en Alexander, in Aschaffenburg.
Het was een belangrijk dorp vanwege zijn handelspositie, gelegen langs de zogenaamde Post strasse.
Wat opvalt is dat hier twee kerkjes op nog geen 50 meter van elkaar staan.
Het is tijd voor koffie, en omdat ik toevallig net in Aschaffenburg langs een McDonalds kom, ga ik daar even zitten voor mijn dagelijkse kopje koffie, dit keer met apfelkuche. Het is wat met die fruitbehoefte.
Ik vervolg mijn weg en kom door Babenhausen. Mijn aandacht wordt getrokken door een gigantisch complex met gebouwen, die allemaal leeg staan.
Het blijkt een voormalige kazerne te zijn, en ik bedenk hoe jammer het is dat hier niets meer mee gedaan wordt.
De temperatuur is al behoorlijk opgelopen, en ik besluit mijn jas uit te doen, maar juist mijn zomerhandschoenen aan te trekken. Ik voelde de zon behoorlijk op mijn handen branden, en enige bescherming is dan wel verstandig.
Na nog een paar dorpen gepasseerd te zijn kom ik in een grote stad, namelijk Russelheim. Hier zijn twee dingen die mij direct opvallen.
Ten eerste een begraafplaats, gewoon in een bos, en de gigantische fabriek van Opel, waar dus ook mijn auto vandaan komt. Iedereen die van het terrein afrijdt, terwijl ik mijn foto’s maak, bestuurt een of andere Opel.
Toeval, …..of krijgen die lui allemaal een mooie regeling aangeboden.
Ik denk er het mijne van.
Wie appelen vaart, wie appelen eet, zegt een spreekwoord.
En vanaf hier begint de ellende. Het is niet voor niets de dertiende reisdag.
De Garmin doet zijn uiterste best om me de autosnelweg op te sturen, en elke keer als ik een andere weg neem, blijft hij herberekenen, en stuurt me weer er naar toe.
Dit alles levert me een hoop ergernis en vertraging op, want ik moet zelf een alternatief zoeken.
Dit gebeurt me later nog een keer in Mainz.
De opluchting is dan ook groot wanneer ik weer op een normale weg rijdt en ik weer kan genieten van de wijdse blikken die dit mooie land te bieden heeft.
Ik rijd via Ingelheim naar Bingen, en kom dan door Wackernheim. Prachtig toch, die bergen
Hier kom ik op het laatste stuk van mijn route vandaag, die deze keer 231 km lang is.
Bij Bingen kom ik langs de rijn, en volg deze machtige rivier tot aan de plaats waar ik mijn hotel geboekt heb, namelijk Sankt Goar.
Ik kom ogen tekort. Als ik al kan stoppen voor een foto, en daarna verder rijdt, dan zie ik weer een ander detail wat zo mooi is.
Ik stop een paar keer, rijdt zelfs twee keer terug om een plaatje te schieten, en heb meteen besloten hier nog eens naar toe te komen.
Met scooter of auto, dat is me om het even.
De ene burcht is nog niet uit het gezichtsveld verdwenen, of de andere is alweer te zien. In alles wordt zichtbaar dat duitsers met recht een trots volk zijn, met een rijke historie.
Als ik even de periode 1938 tm 1945 buiten beschouwing laat, zou ik ook trots zijn op zo’n prachtig land met een rijke cultuur.
En dan de laatste kilometers. Mijn navigatie stuurt mij de berg op.
Het stijgingspercentage is groot. Zodanig dat de snelheid niet verder komt dan 21 km per uur.
Het is een smal weggetje, en loopt dwars door de druivenvelden, (of noem je dat wijnranken).
Ik vind het zelfs een beetje eng, en vraag me tegelijkertijd of hoe die mensen die druiven geplukt krijgen op die steile hellingen.
Ik ben blij dat ik ander werk heb.
Maar de inspanning wordt beloond, want eenmaal boven heb ik een spectaculair uitzicht over de rijn en het dal waar hij doorheen stroomt.
Prachtige plaatjes om deze dag mee af te sluiten.
Ik ben gearriveerd bij mijn hotel, en ga me lekker opfrissen en eten.
En voor iets later, oogjes dicht en snaveltje toe.
Tot morgen