De afgelopen maanden waren weer een gekkenhuis.
In de drukkerswereld is het sinds jaar en dag zo dat de laatste 3 maanden van het jaar gekenmerkt worden door een overvloed van werk.
Kalenders, mailings, reclamecampagnes, nieuwe brochures...
We zijn aan onze stand verplicht om de klant te voorzien van hetgeen hij nodig heeft om ook in het nieuwe jaar succesvol zaken te kunnen doen.
Groot is bij mij dan ook de opluchting als de kalender 24 december aangeeft.
Tijd om 3 versnellingen terug te schakelen en mezelf op te maken voor 2 weken absolute rust.
Mijn echtgenote werkt tot 27 december. Daarna begint voor ons beiden de grote luiheid.
Ook dit jaar zijn we weer afgereisd naar ons tweede thuis in Bulgarije.
Het land waar ik al sinds mijn 12de jaar vertoef voor vakantie.
Mijn vrouw is er geboren, maar heeft het grootste gedeelte van haar carrière gewerkt in Griekenland, Duitsland en Nederland.
Ook voor haar is het telkens weer een feest om thuis te komen in het dorp waar ze is geboren en waar iedereen letterlijk iedereen kent.
Ik heb met mijn vrouw de afspraak dat ik de eerste 3 dagen: A onvindbaar ben, B onbereikbaar ben en C in absolute aangeschotenheid verkeer.
Ik kom enkel thuis om te eten en te slapen.
Als ik al eet.... Ik ontkom er namelijk niet aan dat ik bij bijna elk huis naar binnen word gesleept om vooral maar te proeven van de nieuwe oogst wijn en verse worst.
Gevolg is dat ik al rond de middag met schijnbewegingen naar huis strompel om even bij te komen van alle doorstane emoties.
Je bent hier nooit teveel, je bent hooguit net genoeg.
De meeste bewoners ken ik als waren het familie.
De remmen gaan los en alle stress valt van me af.
De conversatie gaat in mijn paasbeste Bulgaars.
Er is niemand die zich stoort aan eventuele fouten. In geval van nood is er altijd nog Google Translate.
De meeste bewoners hier spreken, behoudens Russisch, geen woord over de grens en zijn verguld met het feit dat er een Hollander is die überhaupt de moeite neemt om Bulgaars te spreken.
Het moment suprême vindt plaats op 31 december, als het hele dorp tezamen komt op het dorpsplein voor het gemeentehuis.
Muziek, dans, vleesch en vooral veel huiswijn maken oudejaarsavond tot een massaal dorpsfeest waarbij geen onvertogen woord valt en waar gezelligheid de boventoon voert.
Vuurwerk is hier bijzaak, laat staan dat er iets gesloopt wordt.
De dagen erna worden voornamelijk doorgebracht met het bezoek aan familie.
En familie heb je in een dorp met 400 zielen al gauw heel veel...
Kosten noch moeiten worden gespaard om het je naar de zin te maken.
Wij ontkomen er niet aan om naar de grote stad te moeten.
Daar woont namelijk het overgrote deel van onze vrienden en kennissen.
Het feestgedruis zet zich daar voort.
Niet dat we 14 dagen ladderzat zijn, maar het leven is hier in dat opzicht overdadig.
Ikzelf heb daar allerminst bezwaar tegen.
Het zijn deze dingen die het leven voor mij zinvol maken.
Niet de vraag hoelang je blijft, maar de verontwaardiging dat je weer vertrekt.
Als een Bulgaar je in zijn hart heeft gesloten ben je de rest van je leven welkom.
Maar ja; lekker is maar ene vinger lang.
Het zit er weer op.
Zondag weer op huis aan en maandag maar weer eens kijken wat voor puinhoop het is op de zaak.
Ademhalen, schouders rechten en weer 6 maanden afzien, tot we weer mogen genieten van de Bulgaarse zon, de keuken en het goudgele zand aan de Zwarte Zee.
Die trouwens opmerkelijk helder is.
Na 2 weken droogstand is het wel weer lekker om op de scooter te kunnen stappen.
Want die heb ik hier helaas (nog) niet....